Nieuws
Infrastructuur niet berekend op fietsgebruik
Thursday 8 August, 2019
Het fietsgebruik is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Zo veel zelfs, dat de infrastructuur hier eigenlijk niet op berekend is. En daar merken we nu de gevolgen van. Het is tijd voor verandering, vinden deskundigen.
Op het platteland merk je het minder, maar in grote steden des te meer: verschillende soorten fietsen – van bak- en transportfietsen tot racefietsen en e-bikes – die met verschillende snelheden een weg proberen te vinden over de volle fietspaden. Met als gevolg: gevaarlijke drukte en fietsfiles voor de stoplichten.
Herinrichting nodig
Veel steden worstelen nu met de beschikbare ruimte, die zo goed mogelijk moet worden verdeeld tussen de verschillende verkeersdeelnemers. Dat komt omdat er tien jaar geleden in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport van het rijk nog helemaal geen aandacht was voor de fiets. “De groei die we nu zien, was absoluut niet voorspeld,” meldt Sjors van Duren, adviseur fiets en mobiliteit bij ingenieursbureau Royal HaskoningDHV. “Er is onvoldoende geïnvesteerd om de groei op te vangen.”
Ook Stijn Rademakers, architect bij Ector Hoogstad Architecten – bekend van de grootste fietsenstalling ter wereld, onder Utrecht CS – vindt dat steden opnieuw ingericht moet worden: “De inrichting van onze straten en wegen is in de jaren zeventig van de vorige eeuw bedacht.”
In de grote steden is het op sommige plekken zelfs zo erg geworden dat expats en ouderen drukke plekken gaan vermijden. In Utrecht bijvoorbeeld, waar na herinrichting van een singel 30 procent meer fietsers kwamen, en 30 procent minder auto’s. Dat meldt de Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk.
Toch zijn er ook plekken waar het wel goed gaat, zoals de Waalsprong in Nijmegen en Merwede in Utrecht. Zo heeft de Waalsprong een extra fietsbrug gekregen zodat die wijk nu beter is verbonden met de stad. En daar profiteren veel mensen van, omdat de huizenprijzen in die wijk daardoor ook stijgen. Verder wordt er veel geïnvesteerd in buurtstallingen en stallingen bij stations en wordt er dubbel gebruik gemaakt van stallingen bij bedrijven en universiteiten.
(Snel)fietsroutes nog te veel een bijproduct
Sjors van Duren is onder andere adviseur op het gebied van snelfietsroutes. Maar die zijn momenteel financieel en beleidsmatig nog een ondergeschoven kindje. Dit komt omdat de aanleg en voorbereidingen ervan lang duren en het miljoenen kost. Toch zijn snelfietsroutes wat hem betreft allesbehalve een bijproduct: “Het is relatief goedkoop om mensen zo in de spits je stedelijk gebied in en uit te krijgen. Van één kilometer snelweg kun je ongeveer vijftig kilometer snelfietsroute aanleggen.” Het rijk moet hier meer aandacht aan besteden, vindt hij.
Dat infrastructuur voor fietsers relatief goedkoop is, beaamt wethouder Lot van Hooijdonk. Een derde van de automobilisten die over de ring van Utrecht rijdt, moet in de stad zelf zijn. Als al die automobilisten de fiets zouden pakken, zou dat al veel schelen. Het is voor hen ook nog eens veel goedkoper. Bovendien kan goede fietsinfrastructuur verschillende delen van de stad beter met elkaar verbinden. Maar de kosten die hiermee gemoeid zijn – waarschijnlijk honderden miljoenen euro’s – moeten ook vanuit de nationale overheid komen: “Bereikbaarheid van de grote steden is van nationaal belang, het rijk moet daaraan meebetalen. Het idee leeft dat de fiets iets kleins is, iets voor erbij. Dat is allang niet meer zo.”
Bron: Binnenlands Bestuur