Nieuws
Onderhoud: verstandig met fietsbanden
Thursday 29 July, 2021
Een lekke band tijdens een fietstocht lijkt vaak een simpel geval van pech. Toch kun je met een beetje aandacht en onderhoud veel fietsband-ellende voorkomen.
Een stukje fietsbandgeschiedenis
We zijn met onze fietsbanden heel wat beter af dan de eerste fietsers in de 19e eeuw. Die moesten het eerst doen op hout-met-een-ijzeren-band wielen en daarna met massieve rubber banden. De rubberen band met lucht en verwisselbare band rond 1890 waren al een hele stap voorwaarts naar meer fietscomfort. De heren Dunlop en Michelin waren daar voor verantwoordelijk. Namen die nu nog steeds een belletje doen rinkelen.
De ontwikkeling van de fietsband heeft de eeuw daarna niet stilgestaan. Vandaag de dag rijden we dan ook op fietsbanden die uit verschillende lagen en materialen bestaan voor langdurig en comfortabel fietsplezier.
Helaas zit aan het rijcomfort van een band met lucht ook het risico van een lekke band vast. Dat is dan ook wel het eerste waar de meeste mensen aan denken bij fietspech. Maar er zijn ook nog wat andere band-euvels die een leuke fietstocht minder prettig maken. Denk aan een band die te zacht of hard is opgepompt. Gelukkig kun je aardig wat doen om problemen onderweg voor te zijn.
Op spanning
Het is altijd belangrijk dat je banden voor en achter op de juiste spanning zijn. Dat betekent dat er voldoende lucht in moet zitten, maar niet teveel. Wat te weinig en te veel is, hangt af van het type band en daarmee ook het type fiets.
Bij een racefiets bijvoorbeeld wordt rijcomfort opgeofferd voor sneller fietsen. Daarom zitten er dunne banden om een racefiets die flink hard moeten worden opgepompt. Stadsfietsen en e-bikes hebben voor meer comfort bredere banden die minder luchtdruk vragen.
Als een band te hard is opgepompt, voel je niet alleen alle oneffenheden op de weg maar heb je ook meer kans dat de binnenband het vroeg of laat begeeft onder de spanning. Bij een te zachte band wordt fietsen zwaarder en is de fiets ook minder stabiel. In dat geval zullen de banden sneller slijten. Bovendien is er een goede kans dat je bij het rijden over een hobbel je velg beschadigt.
De maximale luchtdruk voor jouw fietsbanden lees je terug op de zijkant van de buitenband. Deze staat meestal aangegeven in bar en soms ook nog in psi. Bar is tegenwoordig de standaard eenheid voor bandenspanning. Deze maximale druk mag je niet overschrijven omdat anders de band kan ploffen.
Het is voor het goed oppompen van een fietsband erg handig als je een fietspomp met een druk- of manometer hebt. Daarop zie je precies hoe hoog de bandenspanning is, zodat je er niet te ver onder blijft of overheen gaat. Bij een fietspomp zonder drukmeter zal je het op het gevoel moeten doen, door te knijpen in de band en te voelen of hij hard genoeg is.
De beste bandenspanning verschilt per type fiets. Hieronder vind je een goede indicatie, maar hou hierbij altijd de maximaal toegestane bandenspanning vermeld op de band in de gaten:
- Mountainbike tussen de 2 en 4 bar
- Tour/trekkingbike: tussen de 3 en 4,5 bar
- Stadsfiets: tussen de 3,5 en 4,5 bar
- Elektrische fiets: tussen de 3,5 en 4,5 bar
- Racefiets: tussen de 6 en 8 bar
Je moet bij het goed oppompen van de fietsbanden ook nog met het volgende rekening houden:
- De bandenspanning neemt toe bij een hogere temperatuur en af bij een lagere. Ga je bijvoorbeeld een stuk fietsen terwijl het buiten zomers warm is, pomp dan je banden iets minder hard op. Dan loop je geen kans dat de spanning te groot wordt op een heet wegdek.
- Het gewicht van de fiets en de fietser is van belang bij de bandenspanning. Des te meer gewicht de banden moeten dragen, des te hoger de spanning moet zijn. Denk dan meestal aan een halve bar hoger.
- Smallere banden kunnen meer druk aan dan brede banden en hebben ook meer druk nodig.
- Fietsbanden lopen over langere tijd altijd langzaam leeg. Het is daarom belangrijk regelmatig je banden opnieuw een beetje op te pompen.
Buitenbanden in orde houden
Als je problemen met je banden onderweg wilt voorkomen, is het een goed idee regelmatig de buitenbanden van je fiets te controleren:
- Kijk of er niets in het loopvlak van de band zit. Het loopvlak is het deel van de band dat de weg raakt. Bij het fietsen kunnen er steentjes, scherfjes en andere ongewenste zaken in het loopvlak vast komen te zitten. Vooral als het om scherpe steentjes en dergelijke gaat, loop je daar vroeg of laat een lekke band mee op.
- Controleer het loopvlak op slijtage. Dit herken je soms aan scheurtjes, maar vooral aan het weggesleten profiel op de band. Sommige banden hebben een slijtage indicator in de vorm van een klein rond kuiltje ter grootte van een balpenpunt. Als dit kuiltje niet meer te zien is, is dat het teken dat de buitenband vervangen moet worden. Vervangen is ook nodig als je veel scheurtjes of geen profiel meer op het loopvlak ziet.
- Controleer ook de zijkanten van je band. Hier kunnen bulten en scheuren zitten, waardoor de binnenband uiteindelijk naar buiten komt. Een klapband is dan geen uitzondering.
- De achterband slijt sneller dan de voorband. Dat komt doordat daar meer gewicht op rust en de fiets met het achterwiel wordt aangedreven. Hou daar rekening mee bij het controleren van je banden.
- Controleer vooral je banden na afloop van het fietsen op onverharde paden met veel grind of schelpen of een weg met gesmolten asfalt.
Een nieuwe band kopen
Vroeg of laat heb je een nieuwe binnen- en buitenband nodig. Het is dan natuurlijk belangrijk dat je de juiste maat van de band hebt, anders past de nieuwe band niet om de velg. Gelukkig staan de maten gewoon op de buitenband en de binnenband.
Tegenwoordig is er de zogenaamde ETRTO maataanduiding. Die is internationaal zodat je ook eventueel in het buitenland de goede maat band kan kopen. De ETRTO maat heeft twee cijfers: de bandbreedte in millimeter en de diameter van de velg in millimeter. Zo is bijvoorbeeld 28-622 een bandmaat voor veel sportfietsen. Sommige banden gebruiken nog een oudere aanduiding, zoals de maten in inch of “. Je vindt een handig overzicht op Fietsonline.com
Het is altijd handig een reserve binnenband en buitenband thuis bij de hand te hebben, als je een fiets hebt waarbij je die makkelijk zelf kan vervangen. Bijvoorbeeld bij een racefiets. Je hoeft dan niet eerst naar de fietsenwinkel als je een nieuwe band nodig hebt.
Als je een nieuwe buitenband koopt, is het verstandig eens te kijken naar een antilek band. Dat is een band met een extra sterk loopvlak waardoor je minder kans hebt op lek rijden. Deze banden zijn wel wat duurder dan gewone fietsbanden.
Je kan natuurlijk altijd een band laten vervangen in de fietsenwinkel. Dat is vooral handig als je een wiel hebt dat je niet makkelijk van de fiets kan halen. Hou er dan wel rekening mee dat je je fiets bij drukte minstens een paar dagen kwijt bent en dat een band vervangen je zo een paar tientjes kan kosten. Dat is dan nog zonder de kosten van de band.
Als je zelf een buitenband vervangt, let dan op in welke richting je de band op de velg zet. De band kan natuurlijk twee kanten op draaien maar er is een voorkeursrichting voor het loopvlak. Dit wordt aangegeven met pijltjes op de zijkant van de band. De band moet tijdens het fietsen in de richting draaien van de pijltjes. Het is niet erg als je de band verkeerd om op het wiel hebt gezet, maar de band kan wel iets minder soepel rijden en sneller slijten.