Fietsen en wandelen in het Horsterwold
Kriskras dwalen door het Horsterwold. Flevoland is niet zo heel bekend als wandelgebied. Veel mensen denken aan lange rechte polderwegen waar geen einde aan …
Startplaats: Zeewolde, Flevoland | knooppuntroute
Fietsroute
53 Km (± 3:32 ) | Flevoland | Het weer op de route 0 °C 0bft
Als het gaat om historische plaatsen in Flevoland, dan zijn Urk en Schokland waarschijnlijk de eerste plaatsen die in je op komen. Op deze route gaan we terug naar de vroege geschiedenis van de huidige Noordoostpolder.
De route start in het dorpje Espel. De naam van deze plaats is afgeleid van Espelo, een samenvoeging van ‘espe’ (naar de boomsoort esp) en ‘lo’ (een bos, kreupelhout of waterloop). Voor de inpoldering van Flevoland lag dit dorp ten noorden van Urk lag. Het dorp is bekend omdat er uitgestrekte bloembollenvelden met voornamelijk tulpen omheen liggen. Ook is bij Espel een van de grootste windmolenparken van Nederland aangelegd.
Via de knooppuntenroute fiets je richting het Urkerbos, gelegen bij knooppunt 16. Dit natuurgebied is een van de afwisselendste van Flevoland, met een unieke combinatie van loof- en naaldbossen en open plekken. Hier kun je het geologisch reservaat P. van der Lijn vinden. Dit afgesloten reservaat is vernoemd naar de amateur-geoloog P. van der Lijn die een morene, bestaande uit keileem en zwerfkeien, uit de ijstijd ontdekte. Het zuidelijke deel van het Urkerbos bestaat vooral uit moerassen.
Wat het gebied als geheel zo uniek maakt is de natuurlijke diversiteit die je hier vindt. Een deel van de populieren die er staan, zijn oud en zullen in de nabije toekomst afsterven. Veel fijnsparren – die niet diep genoeg wortelen in de natte grond van keileem, klei, veen of zand – waaien hier tijdens een storm om en maken plaats voor loofbomen als eiken, berken en haagbeuken. Ook komen in het bos veel paddenstoelen en bijzondere plantensoorten als geel nagelkruid, bosbies, kleine valeriaan en rondbladig wintergroen voor. Tot de opvallende vogelsoorten in het bos behoren de grauwe vliegenvanger, wielewaal en zwarte mees.
Na het Urkerbos kom je in Urk zelf terecht. Dit voormalige eiland in de Zuiderzee was al rond 900 bewoond. In die periode was het eiland veel groter, maar door de zachte bodem werd het langzaam maar zeker kleiner. Op het toenmalige eiland lagen meerdere dorpen, waaronder Espelbergh of Espelo, waar het huidige dorpje Espel naar vernoemd is. Dit was het laatst overgebleven dorp naast Urk en verdween in de 16de eeuw in de golven. Urk was tot 1660 een rooms-katholiek dorp. In dat jaar werd het opgekocht door Amsterdam, waar al bijna een eeuw protestanten aan de macht waren, en werd begonnen met protestantisering van Urk. Tegenwoordig heeft het dorp het hoogste geboortecijfer van Nederland en samen met Bunschoten en Staphorst het hoogste percentage huishoudens met kinderen. Urk heeft een eigen dialect, een volkslied en een traditionele klederdracht.
De visserij heeft Urk in haar geschiedenis veel welvaart gebracht, maar de prijs die de inwoners moesten betalen, was hoog. Honderden vissers hebben die welvaart met hun leven moeten bekopen. Deze Urkers bleven op zee, zoals zij dat zelf noemen. Als je na knooppunt 86 de weg langs het water volgt, kom je al snel bij het Urker vissersmonument van de kunstenaar Gerard van der Leeden. Hier staan op een muur met marmeren platen de namen van de Urkers die niet terugkeerden van zee. Voor de muur staat een beeld dat een vissersvrouw voorstelt die nog een laatste keer omkijkt naar de zee, vanwaar haar geliefde terug had moeten komen. Tromp de Vries schreef een gedicht voor het monument.
Hier wendden zij de steven
en door wie achterbleven
werd hier op hen gewacht
Hier werd voor hen gebeden
maar ook intens geleden
als "tinge" (tijding) werd gebracht
Velen in zee gebleven en
hier staan ze ingeschreven
en wordt aan hen gedacht
Tegenover het vissersmonument ligt het Kerkje aan de Zee. Het is het oudste gebouw van Urk en in 1786 gebouwd ter vervanging van een eerdere kerk die op instorten stond. De kerk is gebouwd in een neoclassicistische stijl, wat in die tijd gebruikelijk was in het noorden van Nederland. Net als in andere vissersplaatsen hangen er in de kerk scheepsmodellen. De bouw van het Kerkje aan de Zee werd grotendeels mogelijk gemaakt door de gemeente Amsterdam. Een wapen- en gedenksteen boven de zijingang herinneren hieraan.
Bij knooppunt 25 moet je het dorp in fietsen op weg naar knooppunt 36. Je komt na 25 meteen bij een kruispunt. Als je daar afwijkt van de route, en rechts de Vuurtorenweg op gaat, kom je bij de Vuurtoren van Urk uit. De huidige vuurtoren is gebouwd in 1844 waar eerder een vierkante baak stond, die op zijn beurt weer een kolenvuur uit 1617 verving. In de zomermaanden is de vuurtoren tegen betaling te beklimmen.
Als je de route vanaf knooppunt 25 vervolgt, kom je al snel langs de Bethelkerk. Deze verving een kleinere kerk. Met meer dan 1.000 zitplaatsen was de Bethelkerk lange tijd de grootste kerk van Urk. Daarna kom je langs het oude raadhuis. Vanaf de bouw in 1904 tot aan de verhuizing van de gemeente naar een nieuw pand in de jaren 80 was het in gebruik als gemeentehuis. Het gebouw valt op door de grote klokkentoren aan de voorzijde. In 1989 werd hier museum Het Oude Raadhuis geopend. Hier kom je alles te weten over de Urker klederdracht, de dorpskunst, oude ambachten en winkeltjes.
Na het verlaten van het oude centrum van Urk fiets je langs het water tot je bij Schokland aankomt. Net als Urk was Schokland voor de inpoldering een eiland. Het gebied staat sinds 1995 op de UNESCO Werelderfgoedlijst vanwege de archeologische rijkdom en geschiedenis. Schokland ligt op het restant van een stuwwal waar ook Texel, Urk, Vollenhove en Wieringen op liggen. De ondergrond bestaat uit vuursteenrijke keileem dat in de laatste ijstijd bedekt is met zand.
Een deel van de geschiedenis van Schokland lijkt op die van Urk. Ook dit eiland was in de Middeleeuwen veel groter, maar werd door landafslag steeds kleiner. Hierbij gingen verschillende woningen en andere gebouwen verloren. De ergste schade aan het dorp ontstond tijdens een stormvloed in 1825, toen zeker 20 woningen weggeslagen werden. Deze stormvloed betekende ook langzaam maar zeker het einde van Schokland. Koning Willem III gaf in 1859 aan dat het eiland ontruimd moest worden. Een van de redenen hiervoor was dat de instandhouding van het eiland te veel geld zou kosten. Ook was Schokland de armste gemeente van Nederland en was de visserij voor het eiland nauwelijks voldoende om de bevolking in leven te houden. Na de ontruiming is het eiland nauwelijks kleiner geworden door landafslag en op den duur werd het een toeristische trekpleister voor dagjesmensen.
Bij knooppunt 61 ligt Museum Schokland, een openluchtmuseum dat bestaat uit de kerk – samen met een ijsloperschuur het enige restant van de woonkern Middelbuurt – en een aantal woningen die in de jaren 80 van de 20ste eeuw zijn gebouwd in Zuiderzeestijl. In het museum maak je kennis met de geschiedenis van Schokland en haar bewoners. Zo vind je in de Gesteentetuin veel stenen uit de ijstijd en worden er archeologische vondsten tentoongesteld. De Gesteentetuin bevindt zich ter hoogte van knooppunt 37.
Ter hoogte van knooppunt 21 kom je bij de Lichtwachterswoning. Deze is in 1901 gebouwd om de haven van Emmeloord – die nog in gebruik was – te voorzien van een baken en een lichtwachter. Het gebouw staat op 67 palen van 8 meter lang. Dit was nodig om voldoende steun te vinden in de veenachtige bodem van het eiland. In de rode gevel van het gebouw zijn gele bakstenen gebruikt ter versiering. De lichtopstand – het ijzeren geraamte waar het licht op staat – is een replica. Het origineel werd na de inpoldering gesloopt omdat het geen functie meer had. Na Schokland fiets je via het knooppuntennetwerk terug naar Espel.
Voor alle vragen over deze fietsroute, kunt u contact opnemen met de redactie van Fietsen123.
Fietsen123 maakt gebruik van de routeplanner van de Fietsersbond en is niet verantwoordelijk voor tussentijdse wijzigingen in het Nederlandse fietsknooppuntennetwerk.
Meldingen over ontbrekende of beschadigde fietsknooppuntborden kunt u kwijt op de website meldpuntroutes.nl.
Kloppen de nummers van de knooppunten niet? Dan kunt u dat melden bij de Fietsersbond.
Meer informatie over het beheer en het onderhoud van de Nederlandse fietsknooppunten vindt u in dit artikel: Fietsen met knooppunten: soms gaat het mis.
Wij wensen u veel fietsplezier!