Bloemencorso van Zundert
In Nederland bloemenland zijn bloemencorso’s een aloude traditie die tot op de dag van vandaag nog steeds in ere wordt gehouden. In heel Nederland zijn er jaarlijk…
Startplaats: Roosendaal, Noord-Brabant | knooppuntroute
Fietsroute
48 Km (± 3:12 ) | Noord-Brabant | Het weer op de route 0 °C 0bft
Deze route neemt je mee door het Brabantse landschap en door een van de mooiste steden van de provincie: ’s-Hertogenbosch.
Je start in het dorpje Helvoirt. Via het Brabantse landschap zul je richting ’s-Hertogenbosch fietsen, maar voor je daar bent, kom je nog verschillende leuke plekjes tegen. Het eerste noemenswaardige punt vind je na knooppunt 36. Hier staat Kasteel Nieuw-Herlaar. Het is bewoond en daardoor niet toegankelijk, maar vanaf de route is het gebouw goed te zien. De toren dateert nog uit de 15de eeuw, maar het grootste deel van de overige bebouwing is pas in de 18de en 19de eeuw aangebouwd, toen het in gebruik was als klooster en gesticht.
Iets verder, bij knooppunt 64, ligt het jachtslot Haanwijk. Samen met een bakhuisje, een veerhuis en enkele oude boerderijen vormt Haanwijk een landgoed dat onderdeel is van een groot natuurgebied. Vlak voor knooppunt 76 kom je weer langs een landgoed: Grote Ruwenberg. Dit kasteel is vooral bekend om de functie als jongensinternaat ‘Huize Ruwenberg’, opgericht door de Fraters van Tilburg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw, samen met kleinseminarie Beekvliet, gebruikt als Kamp Sint-Michielsgestel.
Na knooppunt 52 kom je in de binnenstad van Den Bosch uit, met verschillende gebouwen en plekken die een bezichtiging waard zijn, zoals de Sint-Jansbasiliek, het Moriaan en het grachtenstelsel. Maar eerst iets over de geschiedenis van de stad. De naam van de stad klinkt mooi, maar is weinig origineel: het slaat simpelweg op het feit dat de plaats ontstond in een bos van Hertog Hendrik I. In 1196 verleende deze Hendrik de plaats stadsrechten, waarna men al snel begon met het bouwen van een verdedigingsmuur en de bijbehorende land- en waterpoorten. Ongeveer een eeuw later werden nieuwe verdedigingswerken en grachten aangelegd; de stad was inmiddels zo gegroeid dat er binnen de verouderde muren geen plek meer was voor de bevolking. Dit was niet de laatste keer dat de verdediging van ’s-Hertogenbosch werd uitgebreid! In de 16de eeuw voelde de stad zich bedreigd door Gelderse troepen en daardoor werd de vesting ’s-Hertogenbosch nog verder versterkt. De stad kreeg sterkere muren met dikke aarden wallen, stadspoorten werden vernieuwd en de grachten verbreed en uitgediept. Met succes, want tijdens de Tachtigjarige Oorlog probeerde het Staatse leger onder leiding van Prins Maurits de stad negen keer in te nemen. De succesvolle verdediging van de stad kwam niet alleen door de sterke muren; ook lag de stad in een drassige omgeving en maakte zij handig gebruik van inundatiestelsels om het belegeraars moeilijk te maken. Dit leverde de stad de bijnaam ‘de Moerasdraak’ op.
Wat Maurits niet lukte, kreeg ‘Stedendwinger’ Frederik Hendrik wel voor elkaar: de verovering van ‘s-Hertogenbosch. Om dit te doen, werden honderden windmolens ingezet om het moerasgebied droog te leggen. Na de inname werd de beroemde vestingbouwkundige Menno van Coehoorn ingeschakeld om de stad verder te versterken. Volgens de principes van het Nieuw-Nederlands Vestingstelsel kreeg de stad ravelijnen, voorwerken en lunetten.
In 1794 namen Franse legers de stad in en sindsdien nam het belang van de vesting ’s-Hertogenbosch af. Door de inmiddels bekende Vestingwet van 1874 (zie de route ‘De ‘verdwenen’ vestingen van Groningen’) werden de meeste verdedigingswerken van de stad, waaronder de stadspoorten, afgebroken. Gelukkig zijn er wel een aantal belangrijke delen van behouden, maar daarover later meer.
Volgens de route sla je bij knooppunt 52 linksaf om via een brug in de binnenstad te komen, maar voor een interessante bezienswaardigheid kun je het best even rechtdoor fietsen. Je komt dan aan het einde van de Van der Weeghensingel uit bij de Citadel van ’s-Hertogenbosch. In 1637 startte men met de bouw van dit fort, dat genoemd werd naar twee van de kinderen van Frederik Hendrik: Fort Willem Maria. De bouw was niet onomstreden, er moest namelijk een wijk gesloopt worden om het fort een vrij schootsveld te geven. Het fort kreeg een dubbele functie. Op de eerste plaats moest het de stad beschermen tegen de Spanjaarden, aangezien men vreesde dat deze zouden proberen om de belangrijke stad te heroveren. Op de tweede plaats was het fort bedoeld om de inwoners van de stad in de gaten te houden. De bevolking was overwegend katholiek en de protestantse Frederik Hendrik was bang voor een opstand. Deze functie leverde het fort de naam Papenbril op.
Van de vijf bastions van de Citadel is er een gesloopt, omdat de scheepvaart hier veel last van had. Om die reden heeft het fort tegenwoordig nog vier bastions. Het grote gebouw in het midden huisvest nu het Rijksarchief van het Brabants Historisch Informatie Centrum.
Hierna fiets je terug naar knooppunt 52, om vervolgens de binnenstad in te gaan. Het eerste noemenswaardige gebouw op de route is de Kathedrale Basiliek van Sint Jan Evangelist, meestal gewoonweg de Sint-Janskathedraal of Sint-Jan genoemd. De kathedraal wordt beschouwd als het hoogtepunt van de Brabantse gotiek, en niet zonder reden. Zowel het interieur als exterieur van de kathedraal vallen op door het vele beeldhouwwerk. Het bekendste voorbeeld hiervan zijn de dubbele luchtbogen, waarop zich 96 luchtboogfiguren bevinden. De Sint-Jan is in feite over zijn voorganger – een Romaanse kerk – heen gebouwd en de bouw duurde ruim anderhalve eeuw. Ook het interieur is een bezoek waard. Hier vind je onder andere het beeld van ‘Zoete Moeder’, een van de oudste genadebeelden van Maria in Nederland. Dit beeld heeft ervoor gezorgd dat ’s-Hertogenbosch een belangrijk bedevaartsoord in Nederland werd. Ook bevat de kathedraal fraaie 15de-eeuwse koorbanken met houtsnijwerk, een doopvont uit 1492 en het Lijdensaltaar.
Voorbij de Sint-Jan kom je bij knooppunt 88, waarna je rechtsaf gaat richting de Markt. Na een eerste bocht naar rechts, de Verwersstraat in, gaat de route linksaf naar de Fonteinstraat. Als je hier echter iets afwijkt van de route, en na de Verwersstraat schuin rechtdoor gaat, kom je uit op de Markt. Op dit gezellige marktplein vind je veel winkels en terrasjes, waar je uiteraard de bekende Bossche Bollen kunt eten. Maar er is op de Markt nog meer te zien: centraal staat een standbeeld van de schilder Jeroen Bosch, een van de beroemdste inwoners van de stad. Ook staat er het huis waar hij zijn jeugd doorbracht, ‘De Kleine Winst’ (tegenwoordig een souvenirwinkel). Verder staan hier het stadhuis, dat ontworpen is door een van de architecten die ook bij de bouw van de Sint-Jan betrokken was, en de Moriaan, een van de oudste bakstenen huizen van Nederland. Tegenwoordig is dit pand in gebruik door de VVV en is er een café gevestigd.
Misschien heb je tijdens het fietsen al een aantal grachten gezien. Het grachtenstelsel – de Binnendieze – is een van de toeristische trekpleisters van de stad. Omdat ’s-Hertogenbosch binnen de stadsmuren zo weinig ruimte had om uit te breiden, ging men over de grachten heen bouwen. Een groot deel van het grachtenstelsel ligt daardoor verborgen onder de huizen. Het grachtenstelsel is gerestaureerd en met een rondvaart kun je delen van de stad – waaronder een deel van de oude stadsmuur – zien waar je anders nooit bij zou kunnen komen.
Tussen de knooppunten 54 en 84 kom je langs een deel van de verdedigingswerken die bewaard zijn gebleven. Je herkent hier nog duidelijk de puntvormen van de bastions. Een ander verdedigingswerk volgt kort daarna, tussen de knooppunten 84 en 63. Als je naar links kijkt, zie je een grote plas en daar ligt de Pettelaarse Schans. Dit fort is in 1623 gebouwd ter verdediging van de stad. Ironisch genoeg bracht Prins Maurits de inwoners van de stad op dit idee. Bij zijn pogingen de stad in te nemen, werden de omliggende moerassen onder water gezet en bezette Maurits een hoogte bij het zuiden van de stad. Hierdoor zagen de Bosschenaren het belang van deze hoogte in en lieten hier de Pettelaarse Schans bouwen. Het fort zelf is inmiddels gesloopt, maar de vijfpuntige ster van het vroegere fort is behouden.
Bij knooppunt 63 kom je bij de Dommel aan. De bron van dit riviertje ligt op het Kempens plateau in Belgisch Limburg. Via Eindhoven, Son en Breugel en Sint-Michielsgestel stroomt het riviertje richting Den Bosch, om daar samen met de Aa verder te gaan als de Dieze. Via een afwisselend landschap kom je uiteindelijk weer terug bij het startpunt in Helvoirt.
Voor alle vragen over deze fietsroute, kunt u contact opnemen met de redactie van Fietsen123.
Fietsen123 maakt gebruik van de routeplanner van de Fietsersbond en is niet verantwoordelijk voor tussentijdse wijzigingen in het Nederlandse fietsknooppuntennetwerk.
Meldingen over ontbrekende of beschadigde fietsknooppuntborden kunt u kwijt op de website meldpuntroutes.nl.
Kloppen de nummers van de knooppunten niet? Dan kunt u dat melden bij de Fietsersbond.
Meer informatie over het beheer en het onderhoud van de Nederlandse fietsknooppunten vindt u in dit artikel: Fietsen met knooppunten: soms gaat het mis.
Wij wensen u veel fietsplezier!